Laurence Machiels
Groenjournalist - tuinexpert
Dat klinkt tegenstrijdig, maar hoe meer de grond bedekt is, hoe minder onkruid er groeit. De natuur heeft het namelijk in zich om elk plekje kale grond te bedekken met (onkruid)zaden. Je kunt er natuurlijk een dikke laag schors over gooien, maar dat is meer werk en veel duurder dan stoere bodembedekkers te planten zoals Trachystemon orientalis, smeerwortel (Symphytum grandiflorum, S. x uplandicum, ...) of Geranium macrorrhizum.
Neem een robotmaaier (ze worden alsmaar betaalbaarder), of verklein het gazon, dat spaart je elk weekend een of meerdere uren grasmaaien uit, én het is beter voor je gazon. Bovendien moet je dan minder mest strooien, want de snippers zorgen voor voeding. Je moet wel nog de graskantjes trimmen, maar dat gaat snel met een (accu) trimmer. Ik heb een stuk gazon lang laten groeien, en er lentebloembollen in geplant; het is een heel boeiend mininatuurreservaatje geworden. Op 10 m² lang gras valt er al zoveel te beleven, zeker voor kinderen.
Jarenlang heb ik composthopen staan keren (een rotklus!), zonder dat ik tevreden was met het resultaat. De compost verteerde slecht, was te droog, zat nog vol onkruidzaden… Ik doe het nu op de luie manier. Het tuin- en keukenafval gaat op een grote hoop, die ik twee jaar laat liggen. Dan schep ik het op. Binnenin zit al mooi verteerd materiaal, dat ik als mulchlaag gebruik. Het grovere afval van de buitenkanten vormt de basis voor een nieuwe hoop. En heb ik compost voor de tuin nodig, dan bestel ik een vrachtje. Die is van veel betere kwaliteit dan wat ik ooit kan produceren.
Veel ‘afval’ dat we nu wegwerken, kan gewoon blijven liggen en ter plaatse tot humus verteren. Droge stengels van bloemen en siergrassen knip ik in kleine stukjes af en laat ik liggen, tegen het onkruid. Het fijnste haagsnoeisel hark ik om dezelfde reden onder de haag. Voor grotere takken heb ik een takkenwal. In een ‘wal’ van 2 meter op 50 centimeter kun je al verrassend veel kwijt. Het afval van mijn groenten knip ik tijdens het oogsten fijn en laat ik liggen: loof van wortels en van rode bieten, een verlept blad sla… verteert ter plaatse.
‘Iedereen een moestuin’ is een prachtig credo, maar de lat wordt tegenwoordig wel heel hoog gelegd. Als je niet minstens tien soorten tomaten kweekt, je keuken niet vol staat met bakken zaailingen, en je niet de meeste exotische knollen hebt, lijkt het alsof je geen volwaardige moestuinier bent. Kunnen we ene beetje meer gewoon doen? Begin klein, met een of een paar vierkante meter moestuin, koop plantjes in plaats van alles per se zelf te willen zaaien en kweek vijf tot tien makkelijke groenten: sla, radijzen, spinazie, boontjes, pompoenen en courgettes. Weet: niets zo lekker als een simpele krop sla uit eigen tuin.
Elke zomer was het hier hetzelfde liedje: wie geeft deze avond de planten water? Toen ik mijn bloementuin opnieuw aanlegde, heb ik massa’s ‘oude’ vaste planten in grote (minstens 10 liter), kunststof (recycleerbaar, bv. Elho) potten gezet: hosta’s, Acanthus, geraniums, siergrassen, Persicaria, … Nog nooit heb ik zo weinig werk aan mijn terras gehad. Neem de beste (liefst ‘minder gieten’) potgrond voor terrasplanten en eenjarigen, zeker geen ‘wit’ merk!. Wil je meer kleur? Houd een fuchsia. Eindelijk terug in de mode.
Net zoals je een poetshulp voor je huis hebt, je strijk laat doen, en het lappen van de ramen uitbesteedt, kun je een tuinaannemer je hagen laten snoeien. Desnoods ruim jij het afval op, als dat je een beter gevoel heeft, of om de kosten te drukken. Dit wordt in alle geval de grote ommezwaai in mijn tuin, dit jaar: voor het eerst laat ik tuinmannen toe. En eerlijk waar, ik kijk er al naar uit.