Laurence Machiels
Groenjournalist - tuinexpert
'Begin niet zomaar lukraak ergens te moestuinieren, de plek is heel belangrijk!'
- Leg je moestuin niet eender waar: hoe dichter bij huis, hoe beter. Verstop hem niet helemaal achterin de tuin; hoe meer hij in het zicht ligt, hoe beter je hem onderhoudt.
- Zon: minstens 6 uur, liefst 8 uur, en best zo veel mogelijk. Daar groeien je groenten het gemakkelijkst en hebben ze veel smaak. Rabarber, andijvie, kervel, peterselie, selder, snijbiet en rode biet verdragen wat meer schaduw.
- Zet een rand rond je moestuin, zo blijft hij heel overzichtelijk en kun je hem makkelijker onderhouden. Neem inheems of ecologisch hout, liefst latten van minstens 15 cm hoog. Zo'n licht opgehoogde bedden warmen sneller op, en overtollig water trekt sneller weg.
Let op, hoe hoger je bedden of bak, hoe meer grond je nodig hebt. Als je een moestuinbak op poten hebt van 1 m² en 40 cm hoog, kruipt daar al gauw 400 liter potgrond in!
- Begin klein. Start met 1 m², max. 10 m². In de lente ziet een moestuin er perfect beheersbaar uit, maar vanaf juni vergt een moestuin veel werk. Wieden, zaaien, planten, oogsten, bijzaaien… Voor je het weet heeft het onkruid je tuin overgenomen.
- Maak de bedden niet te breed. De ideale breedte is 1,20m. Mijn bedden zijn iets smaller, dat kwam gewoon zo beter uit met de paden, maar maak ze zeker niet breder.
- Strooi houtsnippers of schors op de paden, dat is de makkkelijkste en meest ecologische manier om ze onkruidvrij te houden. Graspaden zijn lastig te onderhouden, het gras kruipt in de moestuinbedden en je hebt heel vaak natte voeten.