Laurence Machiels
Groenjournalist - tuinexpert
Maak je moestuin niet te groot: 1 of 2 vierkante meter is een goed begin. Als je dat een jaar volhoudt, breid dan uit. Een bak op poten is makkelijk om in te werken, maar je moet hem vaak begieten en er kruipt veel potgrond in. Snoep liever een stukje tuin af, boord het af met planken (10 tot 15 centimeter hoog) en vul aan met aarde uit je tuin en de helft bodemverbeteraar, of met potgrond. Zet je moestuin(bak) in het zicht. Hoe dichter bij de keukendeur, des te sneller je geneigd bent om er even langs te lopen. En zo vergeet je ook niet te oogsten – gek genoeg een veel voorkomend euvel bij wie weinig tijd heeft. Kies een plek met minstens 7 uur zon in de zomer.
Kweek wat je lekker vindt, en groenten die de moeite lonen. Tuinbonen of zomerpostelein vind je bijvoorbeeld zelden in de winkel. Kweek in je eerste moestuinjaar niet meer dan 5 tot 10 verschillende soorten. De gemakkelijkste zijn snij- en pluksla, kropsla, rucola, spinazie, radijzen, rode bietjes en warmoes. Heb je veel plaats, voeg dan pompoenen, courgettes en komkommers toe. Wortelen, struikbonen en uien vragen al wat meer werk. Voor tomaten heb je een serre of een afdak nodig; die kunnen niet tegen regen op hun bladeren. Sommige groenten zaaien zichzelf uit, waarna je jaar na jaar oogst, zonder dat je er wat voor moest doen. Laat af en toe wat rucola, barbarakruid, winterpostelein, koriander, bladmosterd, kervel… in zaad komen.
"Koop plantjes, in plaats van zelf te zaaien, dat gaat veel sneller en werkt motiverender."
Als je nooit naar je groenten kijkt, wordt het niets, hoe klein je moestuin ook is. Reken tussen april en augustus op een tot twee controlerondjes per week. Met een vierkante metermoestuin ben je in 5 tot 15 minuten per week rond. Strooi tussen je groenten stelselmatig een laagje van twee centimeter grasmaaisel, of gekochte mulch zoals hennep of olifantengras, tegen het onkruid. Strooi rond kwetsbare groenten als sla, courgettes, pompoenen, … in de lente ecologische slakkenkorrels. Herhaal regelmatig. Zorg voor wat bloemen tussen je groenten. Oost-Indische kers, komkommerkruid, goudsbloem, papaver, bernagie, stinkertjes … trekken hommels, bijen en vlinders aan, en nuttige insecten zoals lieveheersbeestjes, gaasvliegen en oorwurmen. Die verlossen je en passant van bladluizen.