Laurence Machiels
Groenjournalist - tuinexpert
Als je kippen in de tuin wil laten lopen, neem er dan met korte pootjes, zoals chabo’s, mijn kippen, of cochins, die krabben heel oppervlakkig, en ze leggen ook maar kleine strontjes - ook niet onbelangrijk.
Kippen zijn heel actieve insectenopruimers. Ze eten allerlei larven en eitjes van bijvoorbeeld mieren en slakken, maar ook van de spinselmot en de buxusbladvlo; soms springen ze omhoog om er aan te kunnen. Volwassen kevers zoals loopkevers of het rozemarijngoudhaantje lusten ze niet. Ze eten ook geen lieveheersbeestjes, leliehaantjes, oorwurmen, mieren en dikke slakken. Kleine slakjes wel. Buxusrupsen ook, zolang ze klein zijn. Op emelten, de larven van de langpootmug, die aan graswortels knagen, zijn ze verzot. Regenwormen, uiteraard, hoewel ze niet actief naar regenwormen zoeken. Ze hebben zoveel ander lekkers in mijn tuin.
De kippen eten slakken, maar slakken zijn vooral ’s nachts actief, en dan slapen de kippen. Dikke slakken lusten ze sowieso niet. Bovendien zijn mijn kippen verzot op ecologische slakkenkorrels. Strooi dus altijd ’s avonds slakkenkorrels, wanneer de kippen al op stok zijn, of leg ze onder een dakpan. Ecologische slakkenkorrels zijn onschuldig voor de andere dieren in je tuin, of voor slakkenetende dieren zoals lijsters, merels, egels, padden, kikkers, …
Als je een moestuin hebt, moet je wel opletten. Kippen lusten heel graag sla, spinazie, loof van rode bietjes, warmoes, zurkel, aardbeien. Ze eten niet van het loof van de wortels, erwtjes, bonen, courgettes, pompoenen, komkommers. Kolen kweken we sowieso onder gaas, dus daar komen ze niet aan. Je kunt je moestuin helemaal afsluiten voor de kippen, of de bedjes met bladgroenten apart afzetten, zo doe ik het. Tomatenbladeren lusten ze ook, dus moet ik de serre afschermen met een draadgaas. Anders gaan ze sowieso ook met de eerste rijpe tomaten lopen.
Het is niet omdat kippen een grote tuin hebben en de hele dag door lijken te eten, dat je ze niet moet bijvoederen. Wij geven een klassieke mengeling (‘bijvoeder’) met gebroken mais; onze kippen zijn te klein om grote maiskorrels te kunnen eten.
Als de grond nat is, zoeken kippen een droge plek om een zandbad te nemen. De serre vinden ze ideaal. In de winter is dat prima, maar vanaf mei ban ik ze ui de serre. Vul zaaibakjes met wit zand of droge potgrond, en plaats het onder een afdak. Daar kunnen ze zich in wentelen zoveel als ze willen.
’s Winters eten ze vooral (de zaden van) straatgras, wat geweldig is, een beetje kleine veldkers, maar vooral (en jammer genoeg) ook winterpostelein. Het is hier altijd een gevecht tussen de kippen en mij, wie de uitgezaaide bosjes het eerste vindt. Meestal winnen de kippen. Nu zaai ik winterpostelein achter kippengaas.
Vossen en steenmarters lusten wel eens een kippetje. Jammer genoeg voor hen hebben wij een automatisch kippenluik in de staldeur geplaatst. Een sensor meet het licht. Zodra het donker wordt, gaat het luikje naar beneden en zitten je kippen veilig. 's Ochtends opent het zich weer van zelf. Zo simpel.
En natuurlijk heb je van je kippen eitjes, hoewel chabo’s nu niet bekend staan om hun grote leg. Ze leggen in vlagen, en altijd met de bedoeling om een nest te vormen en te broeden. Die extra eitjes zijn voor mij gewoon een pluspunt bovenop al de andere voordelen van kippen in de tuin.